Huisbezoek
Het is maandag en hoewel het nog vakantie is voelt het alles behalve een vrije dag. Ik wrijf in mijn ogen om de zoveelste kop koffie te pakken. Nog een uur en dan komt het spoed team langs. Ik weet niet goed wat ik er van moet verwachten maar ben al lang blij dat er iemand langs komt. Om met ons mee te denken wat we met de situatie aan moeten. Er zijn inmiddels een paar dagen voorbij waarin Evan de nodigde medicatie heeft maar slapen doet hij nog niet. Althans, twee uurtjes maar daar kunnen wij allen niet van leven. “Spelen mamma”. Evan staat omklemd om mijn benen heen die ik over elkaar heb gevouwen op de stoel. Ik besluit mijn koffie aan de kant te zetten en een tentje te maken om samen te spelen. Dit keer een zelf gemaakte tent. We lopen naar boven en pakken een paar lakens om deze neer te leggen over de kasten van de speelhoek. Evan wordt zichtbaar blij en maakt dansende bewegingen. Wat is het ook een schatje. Ik duw mijn logge lijf onder het laken dat nog geen meter boven de grond hangt, waarbij mijn billen er half onderuit steken. Als iemand mij nu zou zien…
We pakken de legopoppetjes om ze vervolgens er allemaal anders uit te laten zien. Even later hoor ik de deurbel en Linda iemand begroeten. Voor ik het weet hoor ik een begroeting achter mij vandaan komen. Ik besef dat de persoon in kwestie mijn billen aan het begroeten is en probeer mijn achterwerk naar achteren te duwen omdat ik anders niet omhoog kom. Zeer charmant. Met een verbeten stem vraag ik of ze nog even geduld heeft en zeg dat ik onderweg ben. Blijkbaar heb ik lang in dezelfde houding gezeten waardoor mijn achterwerk en mijn benen niet mee werken en enigszins doof aanvoelen, dus ik besluit mijzelf voort te bewegen als een achterwaarts voortbewegende rups. Godallemachtig.
Levend rouwen
Wanneer de vrouw, die zich voorstelt als Anita, tegenover me aan tafel plaatsneemt, ontmoet ik haar blik - een blik die me direct een gevoel van rust brengt. Ik weet niet wat het is, maar ik voel mijn schouders zakken en ben klaar om ons verhaal te doen. Ik vuur al mijn vragen op haar af en spiek af en toe op mijn briefje van de dingen waar ik tegenaan loop. Slapen, hoe om te gaan met boze buien, wat als hij slaat en niet benaderbaar is, hij roept scheldwoorden, hij luistert niet als ik hem corrigeer, hij eet alleen nog maar roze koeken, mijn lijstje is oneindig en dat lijkt Anita zich ook te beseffen. Ze blijft mij observeren tijdens het relaas en laat haar schouders hangen. Spiegelt ze mij nu? Ze slaakt een zucht, eentje waarvan je niet moedeloos wordt maar een soort oppeppende zucht. “Jullie moeten eerst slapen. Dat is het eerste doel van de behandeling. Zolang hij niet slaapt, kunnen jullie niet slapen en kunnen we geen gedragsverandering in zetten. Dus we gaan kijken hoe we dit eerste doel kunnen behalen”. Ik voel de chaotische energie in mijn lijf rustiger worden en voel een dankbaarheid voor het feit dat iemand mijn gedachten kan prioriteren. Alsof er weer plek vrij is gekomen voor een ander gevoel in mijn lijf, uit ik datgene wat de afgelopen dagen allesomvattend is. Mijn schuldgevoel. Nooit had ik verwacht dat mijn kind van 4 mocht gamen, dat hij achter een scherm zou mogen zitten, dat hij de hele dag roze koeken zou mogen eten en woorden als Piemel te onpas om de oren vliegen. Dat ik als ouder zijnde dat goed zou vinden en de repeterende gedachte bij mijzelf doelbewust naar boven haal elke keer als hij dit doet: Choose your battles. Ze kijkt mij bedachtzaam aan en er lijkt medeleven in haar ogen te komen. “Wat jij moet doen is levend rouwen. Accepteren dat het moederschap anders verloopt en dat het niet is wat je voor ogen had. Dat je andere concessies moet doen maar dat dit jouw geen slechte of ongeschikte moeder maakt. Het moet tijd hebben om het een plek te krijgen”. Ik laat alle woorden op mij inwerken wat ervoor zorgt dat ik alle emoties toe laat en voel de tranen rollen over mijn wangen. Levend rouwen. Dat moet ik doen.