Wie is de winnaar?
Vermoeid sta ik aan het aanrecht. Hoe lang zal dit nog zo doorgaan? Hoe lang moet ik het nog volhouden? In gedachten tel ik de nachten af die geweest zijn. Maar ik raak de tel kwijt en kom tot de conclusie dat het al minstens 2 maanden zo is. ‘Mamma!’. Evan zijn stemmetje ontwaakt mij uit mijn gedachten. “Ik wil drinken, heb honger”. Ergens ben ik opgehouden met het uitleggen van het feit dat IK WIL niet het juiste is om te zeggen. Nu maak ik mij druk om het feit dat hij honger en dorst verward. ARFID noemen ze het. Een eetstoornis dat vaker voor komt bij autisme. Ik denk terug aan de keren dat hij een bord vol stampot kon opeten. Het was meer schransen maar goed hij at het op. Automatisch krijg ik een lach op mijn gezicht. De laatste keer dat hij at zonder problemen was hij 1.5 jaar. Inmiddels zijn we maanden verder… Nou ja eigenlijk 2.5 jaar…
“Mamma!!! Dorst!!”
“Ja, Ja, mamma maakt eten én drinken voor je”, hoor ik mijzelf zeggen. Daarom stond ik immers aan het aanrecht. Op de achtergrond hoor ik nog een weerwoord dat hij niet wil eten maar alleen wil drinken, maar het let mij niet om gestaag door te gaan met het smeren van een broodje chocopasta. Tot voor kort waren er nog keuzes zoals appelstroop en hak (gekleurde hagelslag). Het is nu beperkt tot alleen chocopasta, en op een goede dag met achterham erbij. Bijzondere combinatie en uitermate vies lijkt mij. Ik leg het besmeerde broodje klaar op tafel en besluit Evan drinken te geven als hij aan tafel zit, als ik zeker weet dat hij eerst een paar hapjes neemt. Mijn goede voornemen doen snel teniet zodra hij de tafel bereikt. “Nee mamma, ik wil geen brood. Lust ik niet. Bah!’ zegt hij op harde toon terwijl zijn gehele gezicht een uitdrukking maakt alsof er een bord met poep voor zijn ogen staat. De overduidelijke gelaatsuitdrukking bij enige vorm van emotie heeft hij van mij, bedenk ik mij terwijl ik naar zijn mooie blonde koppie kijk. Mijn emoties naar de achtergrond schuivend zeg ik met een neutrale stem: “Lieverd, drinken is geen eten. Van eten wordt je groot. Je mag kiezen. Een broodje en drinken of helemaal niets’. Een risico ik weet het. Want de angst dat hij straks ook niet meer gaat drinken zit er in. Maar niet forceren zeggen ze, bij ARFID. Ik lijk de battle te verliezen als ik in de angstige ogen van mijn zoon kijk. Blonde haartjes hangen om zijn gezicht heen. Hij maakt een grimas en zegt op een (vrij) rustige toon: “mamma, ik wil geen brood’ . Zo bedeesd als hij het zegt, zo hard schuift hij het bord vooruit waardoor het nog net niet op de grond valt. Geen emotie Jantine, rustig blijven. “Ik wil wel beschuit”, volgt zijn besluit. Er volgt een cascade aan gedachten in mijn hoofd waarin ik mij af vraag of ik hem nu zijn zin moet geven of juist niet, wetende dat hij niet te pushen of te sturen is. Met uiteraard de grote angst dat hij straks ook geen brood meer wil gaan eten, sluit af met “Oeh lekker, mamma maakt een lekker beschuitje voor je”. Ik draai mij weer om naar het aanrecht en begin mijn routine opnieuw, nu met het smeren van een beschuitje. Maar wel met 48 plus kaas en een dikke dot boter. Ik zal je krijgen meneertje.